Diesteweg Geel

Op een perceel langsheen een belangrijke invalsweg naar het centrum, meerbepaald de Dieststeweg werd een bestaande rijwoning gesloopt. Tegenover het perceel bevindt zich een jeugdhuis en stadspark. De vervangingsbouw voorziet plaats voor een kantoorruimte en vier woonstudio’s.

Het ontwerp tracht zich in te schrijven in de bestaande situatie, enerzijds door het profiel van de linkerbuur te volgen dat bestaat uit 3 bouwlagen met hellend dak. Het huidige niveauverschil in kroonlijst met de rechterbuur blijft behouden.
De gevelmaterialisatie is een traditionele, gevelconstructie, met een lichte rode kleur die ook wordt aangehouden in de dakbedekking. De gevel toont zich, ondanks het gevarieerd programma binnenin, als één geheel en sluit daarbij aan bij de overige straatgevels. De horizontale gevelopening is op elke verdieping even breed, en wordt ingevuld met verticale, witte vaste kaders. Door de opengaande delen in zwart schrijnwerk uit te voeren, verdwijnen deze naar de achtergrond en overheerst de heldere verticale geleding. De baksteendetails in de gevel benadrukken deze geleding en eenheid. Vanuit de studio’s kadreert het zwarte schrijnwerk het zicht op de straat of de achtertuinen. De stedelijke omgeving wordt onderdeel van de ruimte en verlengt het interieur buiten zijn fysieke grenzen. Regen, zon, wolken, wind en begroeiing bepalen de atmosfeer van de ruimte.

Een centrale circulatieruimte, toegankelijk via zowel de voor- als achtergevel, ontsluit de vier studio’s op de verdiepingen. De circulatieruimte wordt uitgevoerd in eenvoudige betonnen metselwerk, en ook de betonnen dakstructuur wordt zichtbaar gelaten, in contrast met de warme houten trap. Een daklicht zorgt voor natuurlijk licht in de traphal. De ontsluiting langs de achterzijde via de linkerbuur biedt een grote functionele meerwaarde. De achtergevel krijgt eenzelfde status als de voorgevel en maakt dit ook duidelijk in de gevelexpressie.

Het plan van de studio’s gaat uit van een grote flexibiliteit. De natte cellen worden grenzend aan de centrale circulatieruimte geplaatst, zodat de overblijvende ruimte maximaal als leefruimte benut kan worden en vrij te bemeubelen is door de toekomstige bewoner. De gelijkvloerse kantoorruimte wordt als uitbreiding gezien van de ruimte van de linkerbuur.